Kiki en Olaf is een voorleesboek voor kinderen en ouders die Nederlands leren. Kiki is een meisje dat houdt van letters. Elke week gaat ze naar de bibliotheek. Daar komt ze Olaf tegen, de boekenwurm. Olaf kan lezen, Kiki nog niet. Op een dag vinden ze het magische toverboek maar daarin zijn alle letters verdwenen. Door allerlei opdrachten te doen, komen de letters één voor één terug. En wat blijkt, na al die opdrachten kan Kiki ook lezen!

Sara Pieters maakte eerst een theaterstuk over Kiki en de verdwenen letters. Nu herwerkte ze dit stuk tot een prentenboek met illustraties van vormgever Jens Dawn. Vooraan in het boek staan tips over hoe je kan voorlezen, ook als Nederlands niet je moedertaal is. Je vindt er ook een link naar een audio. Het verhaal werd (voor Vlaamse kinderen) ingelezen door Thomas Vanderveken. Bij de audio staan ook liedjes die bij het verhaal horen. Dit zijn zeker mooie extra’s. Het verhaal maakt soms rare kronkels om ruimte te kunnen maken voor een liedje (waar komt die appel opeens vandaan?). In het boek wordt verder de indruk gewekt dat je kan lezen als je enkele letters kent. Mijn kleuter was teleurgesteld dat dat bij haar niet het geval is, al wil ze zo graag echt kunnen lezen... De opdrachtjes zorgen voor een fijne interactie met je voorleespubliek en stimuleren zo taal. Dat is immers waar dit boek voor bedoeld is: taalstimulatie. Helaas mist het boek de vlotheid en aantrekkelijkheid die je van een prentenboek verwacht. Dit is ook aan de prenten te wijten. Die zijn erg gestileerd en ook de kleuren spreken niet aan. Ik zou een ‘gewoon’ prentenboek met een goed verhaal en mooie illustraties verkiezen om taal te stimuleren. Moest Thomas Vanderveken bereid zijn om daarbij voor een audioversie te zorgen, dan kunnen anderstalige ouders ook daarmee aan de slag.