De opmaat is een cursus Nederlands bedoeld voor hoogopgeleide beginners en met name anderstalige studenten in het hoger onderwijs.
De methode bestaat uit tien thema’s: kennis maken en afspreken, feesten, boodschappen doen en winkelen, vrije tijd, wonen, gezondheid, uiterlijk en karakter, opleiding en werk, verleden, heden en toekomst. In elk thema komen de vier taalvaardigheden, lezen, schrijven, spreken en luisteren, ruimschoots aan bod. Binnen elk thema is er ook aandacht voor woordenschat en grammatica.
Dit boek bevat ook een extra deel grammatica met schema’s over het werkwoord, zinsbouw, het persoonlijk voornaamwoord, het bijvoeglijk naamwoord, de trappen van vergelijking, negatie, het meervoud van zelfstandige naamwoorden en het gebruik van ‘er’. Verder vinden we een lijst van onregelmatige werkwoorden en de transcripten van alle luisterteksten.
De bedoeling van de methode is om de cursisten tot het niveau A2 van het Europees referentiekader van taalniveaus te brengen. Dat betekent dat zij op het einde van de cursus in staat moeten zijn om zeer korte, eenvoudig teksten te lezen, dat zij de belangrijkste punten in korte, eenvoudige teksten kunnen beluisteren en volgen en dat zij zelf kunnen communiceren over eenvoudige en alledaagse taken. De thema’s in De opmaat lenen zich daar uitstekend toe. Bovendien zijn de luister- en leesteksten actueel en authentiek. Cursisten maken kennis met bijvoorbeeld een museumjaarkaart, menu’s, een geboortekaartje, een stadsplan, teksten van het internet, enzovoort. De meeste teksten zijn wel heel typisch voor Nederland. In die zin is het boek minder interessant voor studenten die Nederlands in Vlaanderen willen leren. De spreek- en schrijfoefeningen zijn uitdagend en prettig genoeg om de doelstellingen van het A2-niveau te kunnen bereiken. Er is ook een grote variatie in soorten oefeningen, gaande van multiple choice, tot invuloefeningen, bingospelletjes, groepswerk, tekeningen maken, stambomen vervolledigen, een looproute aanduiden op een plannetje. Elk thema bevat ook een onderdeel ‘taalhulp’ waarin de cursisten in de vorm van eenvoudige zinnen aangepast en direct bruikbaar taalmateriaal vinden.
Dit boek heeft een ondersteunende website die gemakkelijk toegankelijk is voor zowel cursisten als docenten. De cursisten vinden er onder meer de geluidsfragmenten voor de luisteroefeningen, extra teksten en de oplossingen van de oefeningen uit het handboek. De docenten krijgen via de website extra materiaal en didactische tips.
Hoewel de lay-out wat saai oogt is dit een degelijk boek dat mensen die Nederlands willen leren zeker zal aanspreken en motiveren. [Marita Dries]

Groot formaat (A4) oefenboek NT2 voor hoger opgeleiden. Het boek is opgedeeld in de tien geijkte thema's (zoals kennis maken, wonen, gezondheid) en ieder thema bestaat uit grammatica- en vocabulaire-onderdelen, afgewisseld met twintig tot dertig oefeningen die alle vaardigheden dekken. Voor de luisteroefeningen moet de cursist de bijbehorende website raadplegen. Ook zijn er oefeningen waarbij bepaalde sites bezocht moeten worden (bijvoorbeeld www.ns.nl). Achterin het boek is een grammaticakatern te vinden met uitgebreide uitleg en extra oefeningen; ook zijn er transcripten te vinden van de luisterteksten en een woordenlijst per thema. Op de bijbehorende website staan onder andere de sleutels van de oefeningen, materiaal voor de docent en een woordenlijst met Engelse vertaling. De methode werkt toe naar A2 en is zowel individueel als in een groep te gebruiken. Hoewel de methode compleet probeert te zijn, komt zij misschien wat te uitgebreid over, de bijna driehonderd pagina's en het A4-formaat zouden iemand die net Nederlands gaat leren, misschien kunnen afschrikken; daarbij oogt de methode wat saai.